Interview met Joke

"Als begeleider is het belangrijk dat je naast de cliënten staat, niet erboven. We doen het hier echt samen." - Joke

Joke, je bent al 17 jaar werkzaam als begeleider op de Dorpsboerderij, wat maakt het werk hier zo bijzonder?
“In ons theehuis en restaurant creëren we een veilige werkplek waar cliënten met een beperking op hun eigen manier kunnen leren en groeien. Hier mag iedereen zichzelf zijn. Als begeleider zie ik dagelijks van dichtbij hoe iedereen zich ontwikkelt en vriendschappen opbouwt.  

Het is in mijn functie belangrijk dat je naast de cliënten staat, niet erboven. We doen het hier echt samen. Zo help je bijvoorbeeld mee in de keuken, leg je alle stappen van het taarten bakken uit, maar sta je soms ook bewust even op de achtergrond. De keuken is klein, dus gesprekken hier zijn voor iedereen te horen. Doordat de sfeer zo goed is, delen cliënten ook persoonlijke verhalen. Dan vertelt iemand bijvoorbeeld over pestgedrag op school en vult een ander aan ‘hé ik ben ook gepest’. Hierdoor ontstaan er de mooiste gesprekken.”

Hoe ziet een typische dag op de Dorpsboerderij eruit?
“Structuur en regelmaat is voor iedereen erg belangrijk. Onze dagen beginnen dan ook altijd met het aantrekken van werkkleding en het gezamenlijk verdelen van de taken. Denk aan taken als schoonmaken, appels schillen, bakken en gasten ontvangen in het theehuis. Schoonmaken is uiteraard geen favoriete taak, dus we zorgen dat dit eerlijk verdeeld wordt. Soms laten we ook bewust lootjes trekken om een beslissing te maken. Als ‘het lot beslist’ merk je dat ze een uitkomst vaak makkelijker accepteren. Dit draagt ook weer bij aan de ontspannen en vertrouwde sfeer.  

De dagen zijn gestructureerd, wat erg fijn is voor alle cliënten en tegelijkertijd is het ook wel een flexibele werkomgeving waarbij je je voorkeuren altijd mag uitspreken. Op deze manier kan iedereen zich op zijn of haar eigen tempo ontwikkelen.” 

Het gaat dus echt om een werkplek en niet om een dagbesteding?
“Ja, het is belangrijk dat iedereen zich realiseert dat dit een echte baan is. Cliënten zien het zelf ook als werk, maar vaak denkt de woongroep, familie of vrienden dat ze naar een dagbesteding gaan. Ook komt het weleens voor dat cliënten te horen krijgen dat ze ‘alleen een appeltaartje bakken’, ‘niet wetende dat ze echt hard werken en een heel theehuis draaiende houden. Het is flink aanpoten af en toe om alle taartbestellingen op tijd af te hebben.” 

En binnenkort komen hier nog extra werkzaamheden bij, het theehuis zal uitgebreid worden? 
“Klopt, we gaan de horeca van het theehuis uitbreiden met een lunchkaart, waardoor je niet alleen dagelijks van vers gebakken taart kunt genieten, maar ook van een aantal broodjes en andere lunchgerechten. Heel leuk, maar ook best spannend. Verandering is voor de cliënten vaak lastig en dus laten we iedereen nu al langzaam wennen en zorgen we voor extra duidelijke communicatie. Je kan niet van de een op de andere dag zeggen: je moet dit zo doen. Dit heeft tijd nodig, het is een proces.”

Het werken met cliënten kan best uitdagend, maar ook heel mooi zijn, hoe ervaar jij dit zelf?  
“Het is soms pittig en je moet flink wat geduld hebben, maar de cliënten houden mij jong en scherp. We kunnen echt lekker gek doen met z’n allen en humor staat altijd op nummer een. Er werken bij ons ook een aantal cliënten met autisme. Zij nemen dingen vaak héél letterlijk wat voor grappige situaties zorgt. Wanneer je iemand vraagt: ‘waar loop je tegenaan?’ krijg je te horen, ‘niks, ik loop gewoon’. Of als je de opdracht geeft ‘wil je kijken of er nog lege kopjes in het theehuis staan?’ dan wordt er gezegd: ‘ja, die staan er’, zonder ze vervolgens mee te nemen. Hier moeten we dan echt om lachen.   

Je moet zelf je manier van communiceren dus leren aanpassen en vereenvoudigen, alles moet zo duidelijk mogelijk zijn voor iedereen. Hier krijg je vervolgens weer veel voldoening voor terug. Dat je goed samenwerkt, alles lekker loopt en je echt als team kunt pieken.”

Als begeleider zie je de cliënten elke dag groeien. Heb je hier een mooi voorbeeld van?
“Het verhaal van Silke vind ik toch wel erg bijzonder. Op zijn eerste dag was hij zo nerveus dat hij letterlijk misselijk werd. Maar je zag hem daarna opbloeien, hij begon alles aan te pakken, leerde appeltaarten bakken en ging zelfs meehelpen in het theehuis. De zenuwachtige, verlegen Silke maakte plaats voor een zelfstandige, sociale medewerker die nu zelfs andere collega’s helpt. Dit is echt een schoolvoorbeeld van hoe iemand zich kan ontwikkelen hier. Niet alleen qua vaardigheden in het werken zelf, maar ook op sociaal vlak. Heel mooi om te zien!”

Tot slot, jij zit nog steeds goed op je plek bij de Dorpsboerderij, op naar de 20 jaar?
“Wat mij betreft wel. Ik vind deze werkplek zo leuk, dit werk wil ik blijven doen!”